Ronde koekjes
Een koekje of biscuit (van het Frans bis en cuit, "tweemaal gebakken"; vgl. beschuit) is een kleine, gebakken lekkernij die veelal bij de koffie, thee of een drankje wordt gegeten. Vroeger werden koekjes vooral door de banketbakker gebakken. Tegenwoordig is de productie grootschaliger en worden ze meestal verkocht in supermarkten.
De term koekje wordt soms ook gebruikt voor kleine gerechten die in een koekenpan worden gebakken, zoals rijstekoekjes.
Ingrediënten
Koekjesdeeg
- 390 g boter
- 210 g suiker
- 250 g bloem
- 1 zakje bakpoeder
- 2 eetlepels melk
- 1 ei
- 1 el vanille extract
- 1 dopje amandel aroma
Versiering
- Aardbeienconfituur
- Poedersuiker
- Geconfijte kersen
Bereiding
1. Oven voorverwarmen
Verwarm de oven voor op 190°C.
2. Deeg maken
Meng de bloem, bakpoeder, suiker en boter in een keukenmachine met het K-element tot je een kruimelig mengsel krijgt. Voeg het ei, de melk, vanille- en amandelaroma toe en meng goed. Vorm het deeg tot rollen van ongeveer 5 cm dik.
3. Koelen
Plaats de rollen in de koelkast tot het deeg stevig is geworden.
4. Schijfjes snijden
Rol het deeg uit en gebruik een grote uitsteekring om 24 schijfjes uit te steken. Gebruik een kleine uitsteekring om 12 schijfjes een gat in het midden te geven.
5. Bakken
Bak de koekjes op een bakplaat 12 tot 15 minuten in de oven, tot ze goudbruin zijn.
6. Samenstellen
Keer de koekjes zonder gatje om en bestrijk ze met aardbeienconfituur. Leg een koekje met gat bovenop.
7. Versieren
Bestrooi de bovenste koekjes met poedersuiker en garneer met een halve kers.
Benodigdheden
- Keukenrobot
- K-element
- Deeghaak
- 2 bakplaten
- deegrol
- bakpapier
- 2 uitsteekringen (10 cm en 3 cm)
- Oven
Servings 12 koekjes
Tijd 1 u 30